Gebouw

Architectuur

Section Header

Architectuur

De opmerkelijke architectuur van Eperon d’Or getuigt van de groei en bloei van het schoenenbedrijf van de familie Vandommele.

Achtergebouw

Op dit perceel tussen kanaal en spoorweg verrijst in 1910 een fabrieksgebouw naar ontwerp van architect Mulier. De constructie is typerend voor de toenmalige industriebouw: vakwerkliggers op gietijzeren colonnetten overspannen een grote ruimte en dragen een sheddak. De buitenmuren zijn uitgevoerd in rode baksteen. Ze tonen een elegante opeenvolging van halfronde ramen, omvat door gemetselde rondbogen in gele baksteen. Bovenaan biedt een breed fries plaats aan de firmanaam.

Het ijzeren skelet van deze fabriek is vandaag nog steeds aanwezig. Het sheddak is gereconstrueerd naar origineel model. De lange oostgevel heeft na de restauratie van 2013 zijn authentieke aanblik teruggekregen.

Voorgebouw

De erkenning van Eperon d’Or als hofleverancier van het Belgische (1927) en het Luxemburgse hof (1933) vereist een architectuur die de nieuw verworven reputatie bevestigt. Architect Charles Laloo, directeur van de Stedelijke Nijverheidsschool te Izegem, ontwerpt omstreeks 1930 een administratief voorgebouw in zuivere Art Decostijl.

Zijn ontwerp bevat drie bouwlagen op een trapeziumvorming grondplan. De grote rondbogige vensters van de eerste verdieping hebben een originele geometrische indeling met daartussen gehamerd glas. De muurvlakken langs de zuidzijde zijn schuingeplaatst voor een optimale lichtinval. Op de benedenverdieping zijn ingangen voor personeel, klanten én de drie auto’s van de directie. Het horizontale lijnenspel van de gevels wordt nog versterkt door een speciale voegtechniek die de lintvoegen benadrukt. Onder een breed uitkragende kroonlijst is een gecementeerde fries waarop midden de jaren 1950 de naam van het bedrijf en de wapenschilden van het Belgische en Luxemburgse hof zijn aangebracht.

De hoektoren accentueert dan weer de verticale lijn. Bovenaan is de toren opengewerkt met een bekroning in gewapend beton, volledig bekleed met metselwerk. De evenwichtige compositie van horizontale en verticale lijnen is kenmerkend voor de Art Deco. De aandacht voor vakkundige baksteenarchitectuur wijst op invloed vanuit de Amsterdamse School.

Het interieur is afgewerkt met tegelvoeren en granitovloeren in geometrische motieven. Een typerend kleurenschema verbindt de kleuren van vloer, muren, ramen en deuren tot een harmonieus geheel. Dit kleurenschema is tijdens de restauratie grondig onderzocht en zorgvuldig gereconstrueerd.

Het voorgebouw is sinds 1999 een beschermd monument.

Eperon d'Or in de jaren 1930.

Eperon d'Or in 2017 (foto K. Pattou)

Eperon d'Or in 2017 (foto N.Vandaele)